Enkele weken eerder hadden we nochtans beslist om dat niet te doen. Het lopen over onverharde wegen in het donker houdt altijd een risico in en dat konden we maar beter vermijden zo kort voor onze ‘snelle’ marathon.
Woensdagnamiddag begon het dan toch te kriebelen en Willem moest ik het (uiteraard) geen twee keer vragen. Ook deze keer viel de heenreis dik tegen (even vreesden we zelfs niet op tijd te zullen komen). Het leek wel of alle wegenwerken van vorig jaar er nog altijd onveranderd bijlagen.
Aan de inschrijvingstafel vraagt Willem of er veel aan het parcours veranderd is. Het blijkt dat de 33 kilometer van vorig jaar (die wat te kort was uitgevallen) gewijzigd is in een VOLLE (zo werd benadrukt) 36 kilometer.
De briefing vooraf is nogal een gedoe maar rond 20u15 kunnen we dan toch starten, samen met de deelnemers op de 18 kilometer.
Na een uurtje lopen gaan de meeste hoofdlampen aan. De kilometers gaan niet zo snel vooruit. Rond kilometer 10 krijgen we het gezelschap van Jos Snoeks met wie we hier vorig jaar kennis maakten en waarmee we sindsdien nog verschillende andere wedstrijden liepen.
De eerste 12 kilometer leggen we af in 1u40. Een snelle berekening wijst uit dat we er bij gelijkblijvend tempo 5 uur over gaan doen. Ik word er niet bepaald vrolijk van. Aangezien we vorig jaar finishten in een tijd van 3u30 had ik toch wel wat minder verwacht.
Bij de eerste bevoorrading na 15 kilometer laten we Jos achter maar enkele kilometers verder daagt hij weer op en al even gauw is hij terug uit het zicht verdwenen.
Vanaf de laatste bevoorrading (kilometer 24) blijkt het parcours onveranderd. Mijn benen beginnen wat tegen te sputteren. Ik loop niet meer zo vlot en in de laatste kilometers worden we nog voorbijgelopen door een ander koppel (man en vrouw).
Na iets meer dan 5 uur lopen betreden we de sporthal via de rode loper. Ik blijk 3e (en laatste :-) dame te zijn en mag even later al het podium op.
Zie uitslag.