Dinsdag deden we nog eens een vetloop van 18 km in ‘ons’ bosje. Rechtstreeks vanuit ons bed de loopschoenen aan. Het ging ons super goed af.
Woensdag was het weer tijd voor een intervaltraining op de piste in Ninove. Na de gebruikelijke opwarming van 5 km op de Finse piste volgde 2 x 5 km aan 4’25/km. De voorgaande jaren zou me dit tijdens de voorbereiding niet gelukt zijn. Het was dus wat afwachten wat dit ging geven.
Daar waar ik vroeger steeds problemen had om snel in het juiste ritme te komen, lukt dat nu probleemloos met de assistentie van Willem. Vanaf de eerste 100 m zit het tempo juist. Het is zoals lopen op automatische piloot. Een vlakker tempo lopen is haast niet mogelijk. Iedere kilometer werd afgelegd tussen de 4’23 en de 4’25 in de eerste reeks. We kwamen uit op 22’03 (doeltijd was 22’05). Perfecter kan haast niet.
Na een rustpauze van 5 minuten deden we nog eens het zelfde. De zon scheen al goed op de piste en zoals we al vaker hebben gemerkt komt naarmate de ochtend vordert ook de wind opzetten. Ik vreesde dan ook voor wat terugval maar niks was minder waar. Alles liep perfect en we legden opnieuw kilometer na kilometer af tussen de 4’23 en de 4’25. De laatste kilometer trokken we nog even door (4’21) en zo kwamen we uit op een eindtijd van 22’00. Nadien liepen we nog 5 km uit.
Meer en meer krijg ik het gevoel dat het tempo van 4’25-4’30 in mijn benen zit. Het zou natuurlijk mooi zijn als ik dat kan doortrekken op de marathon.