Even leek het mis te zullen gaan toen hij vrijdag goed ziek thuis kwam en ’s nachts ook nog moest overgeven. Zaterdag was er maar weinig beterschap. Maar Willem bleef er volop in geloven en effectief, zondagmorgen stapte hij om 6 uur fris en monter, en boordevol goesting, uit het bed.
Zijn grootste bezorgdheid was zijn knie, die hem in Watervliet en Lasne zoveel last (en pijn) had berokkend. Zouden de twee weken van rust beterschap hebben gebracht?
Terwijl Willem zich mocht uitleven in Chimay zou ik naar Oostende gaan voor het BK cross. Maar door ziekte van mijn andere atleet hadden we daar dit jaar niks te zoeken. En dus ging ik mee naar Chimay. Ik twijfelde nog wat of ik wel al klaar was voor de 35 km maar na de positieve ervaring van 2 weken terug besloot ik het er op te wagen.
Het sneeuwde als we vertrokken en naarmate we verder van huis waren werd het steeds erger. Er was er ook nergens gestrooid. De omgeving begon er steeds witter uit te zien…
De loopgoden dragen deze wedstrijd blijkbaar een warm hart toe want de laatste kilometers klaarde het op. Als bij wonder werden Chimay en omstreken volledig van sneeuw en neerslag gespaard. Integendeel, het was er ideaal loopweer.
We liepen op een soort veenachtige grond die bijzonder nat lag. Verderop moesten we regelmatig over stroompjes en poelen of ruim rond grote plassen. De ondergrond kwam er steeds vettiger bij te liggen.
Ondertussen begon ook Willem zijn knie terug op te spelen. De pijn ging crescendo en rond kilometer 10 begon hij mankend te lopen. Toen we na 11 km de eerste lopers op de 24 km in tegengestelde richting zagen lopen zei ik tegen Willem dat het verstandiger zou zijn om er mee te stoppen en de kortste weg naar de aankomst te nemen. Willem ging akkoord en zo hielden we het na 11,5 km voor bekeken.